donderdag 26 mei 2011

Lezersbrief Klasse

Beste lezer(s),

Voor school kreeg ik de opdracht om een onderzoek uit te voeren rond een bepaald levensbeschouwelijk en religieus thema. Ik heb eerst wat zitten brainstormen en kwam toen terecht bij het onderwerp ‘adoptie’. Ik vind dit zo interessant omdat adoptie uiteenlopende meningen heeft. Sommige mensen vinden het een goed initiatief, anderen zijn er dan weer tegen.

Ik persoonlijk vind dit een enorm goed initiatief. Via deze weg krijgen kinderen, die het moeilijk hebben, een nieuwe en warme thuis. Koppels die geen kinderen kunnen krijgen, krijgen toch de kans om een gezin te vormen.

Bij het begin van mijn onderzoek ben ik op zoek gegaan naar een startartikel. Dit artikel ging over mensen die hun kind hebben afgestaan. Ik was vooral van plan om adoptie te bekijken vanuit de ogen van de adoptieouders en het adoptiekind. Hoe voelen zij zich en hoe gaan zij er mee om? Maar ook wou ik graag te weten komen wat de meningen over adoptie waren in andere culturen en geloven. Hier heb ik gemerkt dat in andere culturen het de mening over adoptie heel uiteenlopend is. Ze hebben er allemaal wel een andere mening en verwachtingen over. Als laatste wou ik ook nog onderzoeken hoe ze met adoptie omgaan in het kleuteronderwijs. Bij de juffen die ik geïnterviewd heb zijn de meningen verschillend. Voor sommigen is dit onderwerp nog steeds een taboe om als thema uit te werken, anderen zijn dan weer bereid om dit aan te gaan.
Ik zou dit thema wel aangaan, indien er een geadopteerd kindje in mijn klas zit. Maar natuurlijk speelt het niveau van de kleuters hierin wel een grote rol. Toch vind ik adoptie een onderwerp dat zeker eens in de belangstelling mag staan, ook op school.

Met deze vragen in mijn hoofd ben ik met mijn onderzoek gestart. Zo heb ik twee personen geïnterviewd. Lucia, een adoptiekind en Lieven, een adoptieouder. Ik heb heel erg veel bijgeleerd over het hele proces. Zoals dat een homokoppel niet echt geholpen word hier in België. Naar mijn mening hebben homokoppels even veel recht op een kind als een ander koppel. Waarom zouden ze het minder goed doen? Vele mensen zeggen dat iedereen een moeder nodig heeft, maar als ik hoorde hoe het er bij Lieven aan toe ging ben ik er zeker van dat zijn twee adoptiedochters niets te kort zullen komen. Door Lucia heb ik dan nog eens de bevestiging gekregen dat wanneer een adoptiekind in de puberteit zit het meestal wel erg moeilijk gaat. Adoptiekinderen gaan zich in deze periode enorm veel vragen stellen en voelen zich niet goed genoeg voor anderen. Deze twee personen hadden ook wat uiteenlopende meningen. Lucia vond het belangrijk dat een kind in zijn land van afkomst blijft terwijl Lieven het net goed vind dat deze kinderen in een andere omgeving worden opgevoed. Natuurlijk zien ze dat vanuit een ander perspectief. Ik deel mijn mening dan ook met hun twee. Waarom zouden kinderen met moeilijke leefomstandigheden toch in hun thuisland blijven? Maar anderzijds, is het wel zo verstandig om deze kinderen uit hun omgeving weg te nemen? Toch bekijk ik adoptie als iets positief.

Het boek dat ik gelezen heb (De vrouw die zegt dat ze mijn moeder is – Judith Uyterlinde) was voor mij een enorm goede bron. Ik heb hieruit het hele proces kunnen volgen van adoptie. Ook zag ik in dat een adoptieprocedure niet altijd van een leien dakje loopt, hiermee kijk ik terug op het feit dat Judith haar eerste adoptiekind toch niet kreeg omdat de biologische moeder haar op het laatste moment toch zelf wou opvoeden.

Zoals ik al zei zie ik adoptie als een goed initiatief. Er worden verschillende mensen mee geholpen en vooral ook gelukkig mee gemaakt. Dit vind ik zeer belangrijk.

Ik hoop dat ik jullie iets heb kunnen bijbrengen over dit actueel thema. Niet iedereen deelt over adoptie dezelfde mening en het is dus ook belangrijk dat we hier respect voor hebben.

Bedankt voor uw leesbereidheid.

dinsdag 24 mei 2011

Artikel Libelle: 'Adoptiedochters over de zoektocht naar hun identiteit'

In de Libelle van donderdag 5 mei 2011 stond er een artikel over drie adoptiedochters en hoe zij de zoektocht naar hun identiteit beleefde. Dit vond ik natuurlijk een erg interessant artikel aangezien ik ook wil onderzoeken hoe adoptiekinderen verder leven met hun adoptiegeschiedenis.

Ik maakte kennis met Anna (43). Zij vertelt aan Libelle dat wanneer ze eind de twintig was wou weten waar ze juist vandaag kwam. Toen wou ze zelf een gezin beginnen uitbreiden. 'Hoe kan ik in hemelsnaam een kind op de wereld zetten als ik zelf niet eens weet waar ik vandaan kom?' zo zegt Anna. Ik begrijp haar hier wel in. Ik zou het ook belangrijk vinden dat je weet waar je vandaan komt in zo'n situatie. Wanneer je over dit hoofdstuk alles weet kan je het, indien je dit wilt, ook proberen afsluiten om dan aan een eigen gezin te starten.
Anna vertelt dat ze al goed wist dat haar mama en papa niet haar biologische ouders waren, ook haar 'broer' was geadopteerd. Het was dus een open onderwerp binnen het gezin en de familie. Maar wanneer Anna in haar puberteit terecht kwam vertelt ze ons dat ze het erg moeilijk kreeg en wou weten waarom haar biologische moeder haar had achtergelaten. Haar adoptieouders wouden het hier niet zo in detail over hebben omdat ze schrik hadden om Anna te verliezen. Daarom liet Anna het maar zo en leefde verder met onbeantwoorde vragen.

Ik begrijp Anna erg goed wanneer ze op zoek wilt gaan naar haar biologische moeder en ook duidelijk wilt weten waarom zij haar heeft afgestaan voor adoptie. Het is normaal dat een adoptiekind zich grote vragen begint te stellen en begint te twijfelen aan zichzelf, vooral in de puberteit. Vragen als 'Ben ik wel goed genoeg?', 'Wie ben ik eigenlijk?' en het gewone maar zware woord 'Waarom?' komen erg veel voor. Het is natuurlijk moeilijk om hierop altijd een goed en duidelijk antwoord te geven. En zeker als je als adoptieouders dan nog niet goed weet waarom juist de biologische moeder het kind heeft afgestaan.
Annas ouders begrijp ik ook wel. Zij hebben namelijk al die tijd voor Anna gezorgd alsof het hun eigen kind was en hebben nu zo'n schrik dat ze hun dochter zullen moeten afgeven aan de biologische moeder.

Anna heeft haar ouders snel kunnen vinden via haar geboorteakte. Niet veel later is ze haar biologische ouders dan gaan opzoeken. Zij waren nog altijd samen en hadden twee zoons, Anna's broers dus. Anna kreeg het hele verhaal te horen, dat ze geadopteerd was omdat haar moeder op jonge leeftijd zawangr was van haar.
Toen ik las dat de biologische moeder op haar twintigste zwanger was van Anna dacht ik dat dit eigenlijk nog wel oké was. Er zijn tienermoeders die op hun 15 jaar bevallen, 20 jaar vind ik dan toch al een stuk volwassener. Natuurlijk hangt dit van persoon tot persoon af. Ik lees in het artikel ook dat het vooral de ouders waren van de biologische moeder die vonden dat ze te jong was. Ik vind dat dit niet zou mogen gebeurd zijn. Het is nog steeds de biologische moeder die beslist of ze haar kind wel of niet houdt. De biologische moeder heeft er enorm veel spijt van gehad dus hun leven had er allemaal anders en misschien wel beter kunnen uitzien, vooral ook voor Anna.

Wanneer ik las dat Anna niet vertelt heeft aan haar adoptieouders dat ze haar biologische ouders heeft gevonden moest ik toch wel even mijn wenkbrauwen fronsen. Haar vader is overleden en har moeder hoogbejaard, ze durft het aan haar niet vertellen uit schrik dat ze wordt afgestoten. Haar adoptieouders vonden het volgens Anna nogal bedreigend wanneer ze op zoek ging naar haar roots.
Ik vind dit wel jammer om te lezen want als adoptieouder(s) zou je hier moeten voor openstaan en rekening mee moeten houden. Je kan toch al raden dat je adoptiekind ooit op een dag op één of andere manier naar zijn/haar roots zal vragen. Als de adoptieouders van Anna hier wat meer voor hadden open gestaan had Anna het weerzien met haar ouders misschien wel samen kunnen beleven met haar adoptieouders. Als ik dit vergelijk met Lucia waarvan ik een interview heb afgenomen dan vind ik dat het bij Lucia veel beter verliep. Daar zijn de adoptieouders en zus samen met haar naar haar land van herkomst gegaan. Ik vind het persoonlijk wel belangrijk dat dit moment samen met de adoptieouders word gedeeld en dat de adoptieouders blij moeten zijn voor hun adoptiekind dat ze hun biologische ouders hebben gevonden. Want schrik zouden ze niet moeten hebben denk ik. Ik denk, of ik ben er zelf zeker van, dat adoptiekinderen hun adoptieouders na jaren goede zorgen niet ineens zouden laten vallen voor hun biologische ouders die eigenlijk niet voor hun hebben gezorgd.

Ook leerde ik via dit artikel Marleen (46) kennen. Ik lees in een klein titeltje in haar interview al meteen iets wat mij aanspreekt: 'Ik heb altijd gezegd: ik ben niet op zoek naar een moeder, want die heb ik. Ik wil alleen weten waar ik vandaag kom, wie ik ben.' Dit spreekt mij zo aan omdat ik haar hier ergens wel in begrijp. Door heel mijn zoektocht over adoptie ben ik het ook meer en meer vanuit de ogen van het adoptiekind gaan zien, zeker na mijn interview met Lucia. Ook zij deelde trouwens de mening van Marleen. Ze vertelde me dat ze al een moeder had en dat ze haar biologische moeder enkel ziet als haar verwekster.
Ik ben zelf dan niet geadopteerd, maar ik deel wel volledig hun mening hier in. Als je adoptieouders jaren dag in dag uit voor jou zorgen ga je deze uiteraard ook zien als je echte ouders. Het zijn dan misschien niet je biologische ouders, maar toch voelt het wel zo aan.

Marleen vertelt aan Libelle dat zij waarschijnlijk uit een onenightstand is ontstaan. Ze is door haar biologische moeder ten vondeling gelegd geweest in de inkomhal van het kinderdagverblijf De Hummeltjes te Hasselt. Ik vind dit echt wel hartverscheurend om te lezen. Ik snap ook niet hoe je dit als moeder kan doen, je kind gewoon ergens 'droppen' om het zo te zeggen. Wat ging er toen in de moeder haar hoofd om en in die van de mensen die Marleen hadden gevonden?

Marleen wou na de geboorte van haar kinderen op zoek gaan naar haar biologische ouders. Haar adoptiezus had dit eerder al gedaan en zei aan Marleen het volgende: 'Je eigen bloed, dat is toch wel anders en heel speciaal.' Ik begrijp de adoptiezus hier wel in, maar ik vraag mij dan af of het enkel rond het bloed gaat dat je met je ouders biologisch verbind. Is het niet meer dan dat? Adoptieouders voeden het kind op en zijn ouders voor dit kind terwijl er dan helemaal geen band is met de biologische ouders.
Maar als ik dan verder las probeerde ik mij in te beelden in Marleen haar plaats. Ze ontmoette voor het eerst haar halfzussen en zag wel trekjes die ze gemeen hadden, er was een band en herkenning.

In tegenstelling tot Anna heeft Marleen haar adoptiemoeder tijdens de zoektocht naar haar biologische familie overal in betrokken. Dit vind ik erg goed, zoals ik reeds vermelde. Het is niet enkel voor Marleen goed, maar ook voor de adoptiemoeder. Marleen krijgt op deze manier erg veel steun en weet dat ze een vertrouwd persoon bij haar heeft, haar mama, wat de hele zoektocht misschien wat draaglijker maakt. Maar ook voor Marleens adoptiemoeder is dit goed, zo voelt zij haar niet aan de kant geschoven, zoals het wel was bij Anna's adoptieouders.

Wanneer ik las dat Marleens biologische moeder gestorven is alvorens ze elkaar ontmoet hebben vond ik dit enorm erg om te lezen. Marleen heeft haar biologische moeder dus nooit echt kunnen leren kennen en zelfs niet eens gewoon zien. Dit moet denk ik enorm veel pijn doen. Al de vragen die Marleen wou stellen aan haar biologische moeder blijven dus onbeantwoord en dit vind ik zeer erg.

De derde en laatste persoon die haar getuigenis aan Libelle vertelde is Vanessa (32). Zij stuurde een privé-detective af op haar biologische vader. Vanessa's biologische moeder heeft altijd gezorgd voor Vanessa. Maar wanneer zij op haar twintigste zwanger werd van haar moest de vader alle contact met haar verbreken van zijn familie. Later had Vanessa dan heel lang een stiefvader die ze ook wel 'papa' noemde. Maar deze heeft haar en haar moeder verlaten toen ze 15 jaar was voor iemand anders.

Vanessa wilt haar biologische vader niet leren kennen, alleen wilt ze weten of ze er op lijkt. Ik vind dit persoonlijk wat vreemd om te lezen, maar natuurlijk is dit ook haar volste recht om enkel dit te willen. Als ik me even in haar plaats stel zou ik denk ik niet genoeg hebben met alleen een beeld, maar zou ik ook de persoon erachter willen leren kennen en weten of hij nog veel aan mij denkt. Maar natuurlijk kan ik dit als niet-geadopteerd kind moeilijk voor 100% weten. Vanessa's keuze kan je ook wel langs één kant positief bekijken. Ze zal weten hoe haar biologische vader er uitziet, maar hier stopt het dan ook. Er zullen misschien minder moeilijke momenten aan te pas komen dan wanneer ze hem echt zou willen leren kennen. En door een privé-detective in te schakelen is de kans op afwijzing ook minder groot aangezien de biologische vader er geen weet van heeft. Als Vanessa naar hem was gestapt en hij zou niets met haar willen te maken hebben had dit natuurlijk als een enorme schok kunnen aankomen. Dus hiervan zal ze alvast gespaard blijven.

Psychotherapeute Birgit Homblé schreef ook nog een pagina in de Libelle. Dit vond ik natuurlijk ook heel erg interessant om te lezen omdat dit een visie is van iemand dit dit onderwerp sterk onderzoekt.
'Ook al kom je goed terecht, het is niet normaal dat je wordt achtergelaten door je ouders. Dat litteken moet langzaam helen.' zo zegt Birgit Homblé. Dit vind ik erg mooi gezegd en deel haar mening hier volledig in. Adoptiekinderen kunnen dan wel heel erg goed terecht komen in een enorm goed en warm gezin dat hun liefdevol opvoedt, maar als we er wat dieper op ingaan is het eigenlijk wel verschrikkelijk dat je bloedeigen ouders je afstaan. Maar achter dit zit ook wel altijd een bepaalde reden. Birgit Homblé noemt het een litteken dat langzaam moet helen. Ik denk eigenlijk niet dat dit litteken ooit volledig genezen zal zijn. Altijd zal er wel een moment zijn waarop een adoptiekind aan zijn/haar biologische ouders denkt, dit vooral op belangrijke gebeurtenissen zoals bijvoorbeeld een trouw of geboorte van een eigen kind.

Net zoals Birgit Homblé vind ik het belangrijk dat er over de biologische ouders gecommuniceerd word binnen het gezin van de adoptieouders. Zo niet, gaan de adoptiekinderen zich terugtrekken en blijven ze zitten met al hun vragen. Het is belangrijk dat ze weten van waar ze vandaan komen, als ze dit ook echt willen. Ook is dit zeker ten goede voor de adoptieouders, zoals ik al eerder vermelde.

Wat ik al vaak gelezen en gehoord heb over adoptiekinderen, en hier in dit artikel van Birgit Homblé ook weer, is dat zij vaak de lat te hoog leggen en denken dat ze perfect moeten zijn om geaccepteerd te worden. Ook hebben ze enorm veel bevestiging nodig, vooral bij een relatie met een partner. Ik vind het spijtig voor hun dat ze zo moeten leven, want eigenlijk is dit niet nodig omdat ze een goed en nieuw gezin hebben gekregen. Maar dit is natuurlijk ook wel normaal omdat ze door hun biologische ouders zijn verstoten geweest en vaak denken ze dat dit te wijten is omdat ze niet goed genoeg waren.

Bron: Libelle. 5 mei 2011. Weekblad nr. 18.

maandag 23 mei 2011

Culturele verschillen binnen adoptie


Hoe mensen naar adoptie kijken verschilt sterk van cultuur tot cultuur. Zo kwam ik te weten dat de Islam wettelijke adoptie verbiedt. Volgens de Koran zouden kinderen de naam van hun biologische familie moeten behouden wanneer ze opgenomen worden in een nieuw gezin.
Ik begrijp de Islamieten voor een deel wel. Ze vinden dit erg belangrijk omdat ze hier veel belang aan hechten. Dit is hun geloof, dus respecteer ik dit. Maar langs de andere kant vind ik het wel normaal dat adoptiekinderen de naam nemen van hun adoptieouders. Deze mensen hebben namelijk de zorg voor dat kind op hun genomen, bij deze mensen verblijft het adoptiekind.

In de Verenigde Staten vinden ze het onverantwoord dat zwarte en Indiaanse kinderen in blanke gezinnen terecht komen. De Amerikanen en Indianen vinden dat deze kinderen hun identiteit zullen verliezen wanneer ze bij een blank gezin zullen wonen. Ook denken ze dat deze kinderen geen goede ontwikkeling zullen hebben en dat ze niet bestemd zijn tegen racisme.
Met deze mening ben ik het absoluut niet mee eens. Wanneer zwarte of Indiaanse kinderen bij een ander gezin terecht zullen komen zullen ze nog steeds ergens diep vanbinnen hun identiteit hebben. Ik denk dat iedere persoon ergens vanbinnen wel een eigen identiteit heeft die hij/zij hoe dan ook zal laten zien aan de buitenwereld. En moest dit niet het geval zijn maakt het denk ik ook niet veel uit aangezien de adoptiekinderen toch in een andere cultuur leven.
Wat het racisme en pesten betreft vind ik jammer dat ze dit als een soort van probleem zien. Overal in de wereld zijn er blanke en zwarte mensen. Op straat, school, winkel, ... komen deze mensen elkaar altijd tegenkomen. Dit is zo en zal altijd zo zijn. Het is inderdaad misschien wel zo dat ze er in hun thuisland minder geconfronteerd mee zouden worden, maar ik zie dit niet als iets waar we deze kinderen van zouden moeten beschermen. Ik zie het ook als een win-win situatie. Als de adoptiekinderen in onze blanke wereld zouden komen leren zij zelf ook het verschil kennen en hoe ze hier het best mee omgaan. Maar ook kan de blanke bevolking hier iets uit leren. Namelijk omgaan met andere rassen en mensen uit andere culturen.
Ik vind het heel erg belangrijk dat de mensen respect hebben voor elkaar, waar ze ook vandaan komen of in wat ze ook geloven. Ik heb dit al een aantal keer vermeld op mijn blog, maar dat is ook omdat ik daar zoveel belang aan hecht.

Het Jodendom vindt dat de biologische ouders nog steeds de echte ouders blijven van het kind. Dit begrijp ik volkomen, maar als ik eens kijk naar de mensen die ik ken die geadopteerd zijn, vinden zij toch wel dat hun echte ouders hun adoptieouders zijn. Natuurlijk kan deze mening bij elk adoptiekind anders zijn. Sommige zeggen dat hun biologische ouders hun echte ouders zijn, andere vinden dan weer dat hun adoptieouders de echte zijn. Bij de laatste groep sluit ik mij meer aan aangezien de adoptieouders voornamelijk voor het kind hebben gezorgd en nog steeds zorgen.
In Israël is het, zo lees ik, heel erg moeilijk om kinderen te adopteren. Volgens de Israëlische adoptiewetten mogen adoptieouders enkel kinderen van hetzelfde geloof adopteren.
Vaak zijn er te lange wachttijden voor de Israëlische echtparen omdat er maar één adoptiebureau is in Israël. Het is voor deze koppels onmogelijk om niet-Joodse kinderen te adopteren omdat de adoptiewetten wat anders voorschrijven, namelijk dat men enkel kinderen mag adopteren met hetzelfde geloof.
Ik vind de wet dat Israëlische koppels enkel Joodse kinderne mogen adopteren een beetje overdreven en niet geplaatst. Ik bekijk het natuurlijk ook weer langs twee kanten. Deze mening komt vanuit de mensen hun geloof, dus dit kunnen we niet anders dan respecteren. Maar ik vind nog steeds dat enkel de adoptieouders zouden mogen kiezen wat voor kind ze willen adopteren. Zij gaan namelijk het kind opvoeden en beslissen welk geloof ze aan het kind meegeven.
Ik vind het dus ook wel erg dat er zoveel kinderen wachten op een adoptiegezin en dit niet altijd geboden kan worden aan hen omdat de adoptiewetten wat anders voorschrijven.

De Bijbel zou niets tegen adoptie hebben. 'God wil juist dat je je naaste lief hebt als u zelf, wanneer je kinderen uit arme landen helpt door hen te adopteren is dat zeker een goed punt.' Ik deel volledig dezelfde mening. Ik vind adoptie een erg goed initiatief en het is zo zoals de Bijbel omschrijft dat wanneer je kinderen helpt dit zeker en vast een goed punt is. Ik vind dat het dus niet veel uitmaakt welke adoptieouders welk kind adopteren. Hoe dan ook zullen adoptieouders het geloof meegeven aan hun adoptiekind dat zij zelf willen. Maar wanneer een Christelijk koppel een kind zou adopteren met een ander geloof zou ik het wel belangrijk vinden dat ze het adoptiekind laten kennis maken met beiden geloven. Zo kan het adoptiekind nog zelf kiezen met welk geloof hij/zij wilt verder gaan. Dit bedoel ik ook voor alle andere godsdiensten die een kind adopteren. Ik vind het belangrijk dat het kind zelf kan kiezen bij wat hij zich het beste voelt. Ook vind ik dat de adoptieouders hier dan voor moeten openstaan en wat de keuze ook wordt van hun adoptiekind, dit ten volle respecteren en het kind de kans krijgen om zich, in welk geloof dan ook, te laten ontplooien.

Bij het Hindoeïsme komt adoptie niet zo vaak voor. Daar worden kinderen eerder geadopteerd wanneer er een ouder is gestorven en dan zou het kind geadopteerd worden door bijvoorbeeld een grootouder. Dit zou meer voorkomen dan dat ze een kind adopteren uit een ander land. Op deze visie heb ik eigenlijk niets slecht te zeggen. Het Hindoeïsme doet niet echt mee aan adoptie dus verbiedt het technisch gezien ook niet helemaal. Het zal misschien gewoon niet zo in hun cultuur naar voor komen, maar het is wel zo dat het niet is dat er helemaal niet geadopteerd word. Het gebeurd dus wel eens binnen het Hindoeïsme maar niet zo vaak als in andere culturen.

Adoptie wordt binnen het Boedhisme niet direct verboden, maar komt net zoals binnen het Hindoeïsme niet zo vaak voor. Ik denk dat op vlak van adoptie hier hetzelfde geldt als bij het Boedhisme. Hier is mijn mening dus ook niet echt anders in.








Bronnen:
- http://nl.wikipedia.org/wiki/Adoptie
- http://users.skynet.be/religie_info_site/Jodendom/adoptie.html
- http://www.suma.benik.nl/homepage/show/pagina.php?paginaid=168987

Krantenartikel: 'Wie adoptiekind wil moet tien jaar wachten'

Donderdag 19 mei 2011 Het nieuwsblad

In Het Nieuwsblad stond op donderdag 19 mei 2011 een interessant artikel over adoptie. In het artikel wordt er vermeld dat gezinnen die een kindje uit het buitenland willen adopteren nu tien jaar zouden moeten wachten. In 2005 duurde deze procedure nog twee jaar. De toekomstige adoptieouders krijgen enorm veel voorbereidingscursussen en screenings om te zien of ze wel voldoen aan de eisen van het adoptiebureau. Oké, dit vind ik volkomen normaal. Het is belangrijk dat het kind in een goede omgeving terecht komt en kans krijgt tot een goede opvoeding. Maar moet men hier tien jaar over doen? Dat vind ik toch wel erg lang. Tegen dan is het de ouders misschien toch gelukt om zelf een kind te krijgen of kunnen ze de adoptie door bepaalde omstandigheden niet meer laten doorgaan.

Vlaams parlementslid Else De Wachter (SPA) is zelf ook adoptieouder in spe. Ook zij vindt dat de tijd die op een adoptieprocedure is geplakt erg lang. Ook vind ze het enorm ontmoedigend. Hierin deel ik volledig haar mening.
Pia Dejonckheere, coördinator van Tribola (erkend Vlaams centrum die kandidaat-adoptieouders met een cursus voorbereidt) vertelt ons dat er vandaag de dag veel minder adoptiekinderen beschikbaar zijn. In de jaren 90 was adoptie een soort van hype, maar nu is dit helemaal voorbij. Misschien net daarmee dat de wachttijd nu op tien jaar is gezet, omdat er veel minder kinderen ter adoptie worden gesteld. 'In sommige naties mogen alleen nog kinderen vertrekken met special needs - een medisch probleem of handicap - die in de rijke westerse wereld beter af zijn.' lees ik in het artikel. Ik begrijp dit ergens wel. De mensen willen proberen om de kinderen op te voeden in hun land van herkomst, in het gebied waar ze thuishoren. Wel vinden ze dat kinderen met special needs beter af zouden zijn in de westerse wereld. Uiteraard vinden ze dat. Hier in onze westerse wereld zijn er veel meer technoloische snufjes en zorgen om zo'n kinderen te helpen en te verzorgen. Maar ik vind persoonlijk dat kinderen die fysiek en mentaal in orde zijn ook evengoed de kans zouden moeten krijgen om ergens anders opgevoed te worden. Want wat zal er dan gebeuren met hun gezond lichaam als ze niet wel opgevoed worden en de kans niet krijgen om aan een goede ontwikkeling deel te nemen?

Terwijl het aantal adoptiekinderen afneemt, stijgt het aantal kandidaat-adoptieouders. Vandaag de dag wachten er 800 koppels met een geschiktheidsvonnis op een kind, zo luidt het artikel. 'Niet eens de helft staat al op een wachtlijst, zegt Pia Dejonckheere.' Dit vind ik erg jammer om te lezen, wetende dat er zoveel kinderen zijn die wachten op een beter leven in een warm gezin.
In het artikel staat ook dat de wachttijden zo lang kunnen zijn dat het geschiktheidsvonnis van de kandidaat-adoptieouders kan vervallen. Dit betekent dat het hele screeningsproces opnieuw moet gebeuren. Dit vind ik toch wel schandalig. Deze mensen hebben het al erg moeilijk gehad met al de screenings en testen die ze moesten laten uitvoeren en dan zouden ze dit nog voor een tweede maal moeten doen. Met welke bedoeling? Zou hun leven zoveel veranderd zijn dat ze nu ineens geen recht meer hebben op een adoptiekind? En stel je voor dat dit zo is, dat ze tijdens de tweede keer testen geen geschiktheidsvonnis meer krijgen. Hoe moeten ze zich dan wel niet voelen?

Minister Jo Vandeurzen (CD&V) geeft toe dat adoptieprocedures lang kunnen duren. Ik lees ook dat veel adoptielanden vooral voor binnenlandse adoptie opteren, zeker daar waar het economisch goed gaat. Jo Vandeurzen vertelt dat ze op zoek zijn naar nieuwe adoptielanden en dat er binnenkort al enkele nieuwe kanalen open gaan.
Ik vind het goed dat er gezocht wordt naar nieuwe adoptielanden. Omdat er ten eerste wel overal een groot aantal kinderen zullen zijn die hulp nodig hebben. Ten tweede vind ik dit goed omdat er dan een minder lange adoptieprocedure zal zijn en zo zullen de kandidaat-adoptieouders sneller hun adoptiekind in hun armen kunnen sluiten.

Zoals ik reeds vermelde is Vlaams Parlementslid Else De Wachter (SPA) zelf een kandidaat-adoptieouder. Zij wacht al vijf jaar met haar man op een kindje van Ethiopische afkomst. Ze vertelt dat haar geschiktheidsvonnis al eens is vervallen geweest en de screenings opnieuw moest doen. 'Geen pretje', zo zegt Else.
Net als Else De Wachter vind ik dat de adoptiebureaus duidelijk aan de kandidaat-adoptieouders moeten zeggen hoe de vork in de steel zit. Deze koppels hebben recht om te weten waar ze voor staan. Als ze geen kans maken moet dit gezegd worden en mogen ze niet op valse hoop leven.

Bron: Het Nieuwsblad. Donderdag 19 mei 2011. 'Wie adoptiekind wil moet tien jaar wachten'.

zondag 22 mei 2011

Verplichte bron: Obama en geloof

Obama begint al meteen met het feit dat we niet enkel een Christelijke natie zijn. Er zijn ook andere godsdiensten zoals het Boedhisme, Hindoeïsme, niet-gelovigen, ... In onze wereld zijn er enorm veel godsdiensten waarin we kunnen geloven. Obama stelt zich de vraag 'Wat als we alle niet-Christenen zouden verbannen? Welk Christelijk geloof zouden we dan moeten aanleren op school? Bij welke passages uit de bijbel zouden we dan moeten bij stilstaan?'
Het zou te gek voor woorden zijn moesten enkel de Christenen mogen deelnemen aan de maatschappij. Iedereen heeft recht op een eerlijke plaats. En binnen het Christelijk geloof geloofd iedereen toch nog steeds op zijn eigen manier. Er bestaat dus niet echt één echt geloof, want iedereen past dat geloof aan aan zijn eigen persoonlijkheid en wensen. Ik vind het erg belangrijk dat elke persoon gerespecteerd word in zijn geloof. Ook vind ik het van groot belang dat iereen voor zijn eigen persoonlijk geloof kan en durft opkomen.

Obama zegt dat abortus betrekking heeft tot mensen met verschillende geloven, zelfs diegenen die helemaal geen geloof hebben. Onze maatschappij bestaat uit verschillende volkeren, nationaliteiten en geloven. Er is niet meer één geloof waarin iedereen in gelooft, maar geloof is nu een meer persoonlijkere zaak geworden. Er zijn nu eenmaal meerdere geloven en hiervoor dient men respect te hebben indien we goed willen samenleven in de maatschappij.
Iedereen gelooft nu in 'zijn eigen God'. We kunnen natuurlijk wel zeggen dat we tot een bepaald geloof horen, maar daarin gaat iedereen dit geloof persoonlijk maken door met sommige dingen binnen dat geloof mee te gaan en andere dingen niet. Ik vind dit goed dat dit bij iedereen wat verschilt.

Iedereen heeft zijn eigen mening en daar kan het persoonlijk geloof ook een rol in spelen. Meneer Barack Obama verwijst hiermee naar een bijbels verhaal van Isaak en Abraham.
Ik vind dat iedereen recht heeft op zijn eigen mening en deze ook duidelijk mag maken. Die mening wordt vaak ook beïnvloed door ons persoonlijk geloof en ik vind dat dit gerespecteerd moet worden.

Ik vond het filmpje wel eens leuk om te bekijken omdat ik een voorstander ben van Barack Obama. Sommige stukken vond ik wel vrij moeilijk omdat hij soms wat snel sprak en ik het niet goed kon horen. Daarom heb ik het filmpje ook enkele keren opnieuw bekeken en vaak teruggespoeld op bepaalde stukken. De dingen die hij zei heb ik dan wat samengevat op een blad en op deze manier lukte het al beter om te begrijpen wat hij allemaal zei en wat mijn visie hierop is.

Bron: http://www.kuleuven.be/thomas/algemeen/actualiteit/dossiers/obama/

Verplichte literatuur - Katholiek onderwijs, dynamisch en pluriform

Katholiek onderwijs, dynamisch en pluriform - Mieke van Hecke
In het begin van het artikel staat dat het er lange tijd naar uit zag dat het nadenken rond identiteit not done was in de katholieke school. Vele mensen vragen zich af of het niet enkel gaat rond de pedagogische en onderwijskundige kant. Zij vinden het namelijk ook belangrijk dat er aandacht word besteed aan de levensbeschouwelijke en religieuze kant. Het is volgens hen bijvoorbeeld nodig om eens stil te staan bij de verhalen, symbolen en rituelen die gebruikt worden in de klas. Ik vind het wel belangrijk dat er hier voldoende en goed word over nagedacht. Kinderen leren hieruit enorm veel dingen. Ze leren omgaan met zichzelf, anderen, in de klas, ...

In het katholiek onderwijs is het identiteitsvraagstuk under construction. Ze zijn hier al lange tijd mee bezig en sleutelen er nog steeds aan. Ik vind het goed dat het Vlaams Secretariaat van het Katholiek Onderwijs samen met zijn Verbonden nog meer ondersteuning zal bieden ter verbreding en verdieping van de initiatieven omtrent de relatie tussen alle katholieke scholen. Ik vind het namelijk belangrijk dat deze verschillende scholen een goede verbinding en communicatie met elkaar hebben.

De Canadese filosoof Charles Taylor ziet de hedendaagse cultuur als een cultuur waarin het verlangen naar authenticiteit centraal staat. Mensen willen een leven leiden die uitbeeld hoe zij zijn, wat hun persoonlijkheid is. Om dit te kunnen hebben is het als mens belangrijk om zelf een doel te creëeren en hier naar te leven. Mensen willen gerespecteerd worden om wie ze zijn. Dit vind ik erg mooi gezegd, want ook in onze maatschappij en in de omgeving waarin ik leef is dit zo. We willen allemaal gerespecteerd worden om wat we doen, zeggen en vooral om onze totaalpersoon. We willen geliefd zijn en gedragen worden door de mensen die we zelf graag zien.
Mensen gaan hierover ook praten met hun omgeving. Ze gaan zich niet meer richten naar hun geloof, maar gaan hun leven ontwerpen aan de hand van ervaringen die ze hebben meegemaakt.

In de tekst staat er dat het religieuze en het dagelijkse leven van elkaar zijn vervreemd. Het geloof deelt dus niet meer dezelfde mening als de realiteit. Deze zin vind ik ook wel gepast. Mensen hebben niet meteen meer de neiging om dingen die zij als iets heiligs beschouwen te gaan verbinden met een God of geloof. In de katholieke scholen gaan ze de uitdaging aan om te zoeken naar interfaces, om het geloof en leven opnieuw te laten communiceren met elkaar.

De manier waarop mensen (met elkaar) handelen is niet meer gebasseerd op voorgeschreven tradities. De mensen richten zich vooral op de toekomst en minder op het verleden. Ik vind het goed dat de mensen zo denken, we moeten ons meer focussen op wat er nog zal komen in de toekomst dan op wat er al gebeurd is in het verleden en waar we niets meer aan kunnen veranderen. De mens bekijkt zijn werkelijkheid nu in fuctie van zijn levensloop. Iedereen vraagt zich nog steeds af wat nu eigenlijk de zin van zijn bestaan is en wie ze juist zijn. Ook ik vraag me dit vaak af, maar hierbij probeer ik dan niet te lang stil te staan. Het antwoord op deze vraag zal hoogtswaarschijnlijk bij iedereen anders zijn. Sommige mensen leven voor elkaar, anderen leven voor iemand.

De vraag 'Wat maakt een leerkracht tot een goed leerkracht?' riep bij mij al enkele bevinden op. Het is natuurlijk belangrijk dat de leerkracht over de nodige kennis van zijn/haar vak beschikt. Maar alleen met dit aspect kan je geen leerkracht worden vind ik. Ik vind het ook belangrijk dat men kan omgaan met de leerlingen en dat er een samenhorigheidsgevoel gecreërt wordt. Ook moeten er goede grenzen gesteld worden en hier moet zowel de leerkracht als de leerlingen zich aan houden. Ook stappen leerlingen de dag van vandaag vaker met hun problemen naar hun leerkrachten toe. Daarom is het dus ook belangrijk dat de betreffende leerkracht hier mee om kan gaan. Mijn mening komt dus min of meer overeen met wat er in de tekst word beschreven.

Ik vond deze tekst vrij moeilijk om te lezen. Daarom heb ik hem ook een tweetal keer opnieuw gelezen. Ik begreep niet altijd alles evengoed en vond het soms moeilijk om mij in te tekst in te leven. Naarmate de tekst op zijn einde liep en ik hem voor een tweede keer las begreep ik al wat beter over wat het precies ging en wat er juist allemaal bedoeld werd. Op deze manier ging het geven van mijn eigen mening en visie ook wat makkelijker.

Bron: Mieke van Hecke - 'Katholiek onderwijs, dynamisch en pluriform'

vrijdag 20 mei 2011

Artikel Flair over adoptie

Ik stond mijn kinderen af. Uit liefde.

Het artikel begint al met de zin 'Niets zo sterk als de liefde van een moeder voor haar kind, zeggen ze.' Deze zin spreekt me al meteen aan. Het is inderdaad zo dat ze zeggen dat de band tussen moeder en kind enorm speciaal is. Dat je als buitenstaander niet kan weten en/of voelen hoeveel liefde deze band inhoudt. Maar wat is de liefdesband tussen moeder en kind dan bij kinderen die worden afgestaan door hun moeder?

Veronique vertelt aan Flair dat ze met haar eerste partner een dochtertje kreeg. Omdat de relatie met haar vriend niet meer goed ging gingen ze uiteen. Hun dochter wou liever bij de vader blijven, omdat deze geen regels oplegde. Veronique heeft dit laten gebeuren en haar dochter naar haar vader laten gaan. Hier had ze natuurlijk erg veel spijt en verdriet van. Toch deed ze dit omdat haar dochter continu weende bij haar. Langs één kant begrijp ik niet waarom ze niet meer heeft proberen vechten voor haar dochter. Ze was dan wel een vaderskindje en hield niet van de normen en waarden van haar moeder, maar toch vind ik dat dit net goed is voor een kind. Maar langs de andere kant begrijp ik wel dat ze dit deed voor het beste voor haar dochter.

Na een tijdje ontdekte Veronique dat ze zwanger was. Dit kwam onverwacht en van een foute man, zo zei Veronique. Ze wist dat haar relatie gedoemd was om te mislukken, maar voor abortus was het te laat. Ze was er van bewust dat ze haar kind geen toekomst kon bieden en dat haar leven onstabiel was. Een pleeggezin kiezen wou Veronique niet omdat ze niet wou dat haar zoon van hier naar daar moest leven, daarom belde ze naar een adoptiebureau om haar zoon te laten adopteren.
Ik begrijp Veronique ergens wel waarom ze dit heeft gedaan. Het is al goed dat ze haar er van bewust is dat haar leven te onstabiel was en op deze manier niet kon zorgen voor haar zoontje. Maar ik vind ergens wel dat ze haar leven dan al wat beter had kunnen organiseren om voor dit kind te zorgen. Ze had er namelijk al een 'verloren'. Ik weet wel dat dit niet altijd even gemakkelijk is, maar als je echt iets wilt is het wel mogelijk op een of andere manier. En het gaat dan nog wel om een kind. Maar goed, ze wou echt wel dat haar kindje in een goede omgeving opgevoed kon worden. Dus het is wel duidelijk dat ze met het kind begaan was en het graag ziet.

'Maar ik heb al heel jong geleerd dat je aan liefde niet genoeg hebt. Je moet ook eten, je hebt kleding nodig, een warm huis, een fiets, vakantie af en toe.' zegt Veronique. Ik vindt dit wat aangrijpend, omdat mij altijd verteld werd dat liefde één van de belangrijkste dingen in het leven is. Maar eigenlijk heeft ze wel gelijk. Je kan met alle liefde van de wereld een kind proberen opvoeden, maar het heeft eten, onderdak, kleren, een goede verzorging en zoveel meer nodig. Als Veronique al deze dingen niet kon geven aan haar zoontje snap ik haar wel dat ze hem wou laten adopteren. Ik ben ook blij voor haar, en zeker voor het kind, dat ze dat beseft heeft en dit ook kon doen. Ik weet natuurlijk niet hoe dit voelt, maar het moet waarschijnlijk enorm pijn doen om je kind af te staan.
Maar wanneer haar zoontje geboren werd en tijdens de eerste nacht in haar armen sliep, kon ze hem niet meer laten gaan. Veronique heeft toen beslist om haar zoontje te houden en de adoptie stop te zetten. Ze is meteen kleren en de nodige spullen gaan kopen voor hem en is geslaagd om hem een goede opvoeding te geven. Ik ben natuurlijk blij voor haar dat het haar toch gelukt is en dat het zoontje bij zijn biologische moeder kan blijven. Maar ik dacht ook wel meteen aan de adoptieouders die het kind normaal gingen adopteren. Hoe moeten zij hun gevoeld hebben wanneer bleek dat ze toch geen kindje gingen 'krijgen'?

Na enkele jaren bleek dat Veronique opnieuw in verwachting was. Deze keer was het met een man met wie ze niks van contact had buiten die ene nacht. Deze keer besloot ze opnieuw om haar kind te laten adopteren en deze keer zette ze dit plan ook door. Zoals Veronique zelft zegt heeft ze haar zoontje zonder schuldgevoelens afgestaan. 'Ik zie het niet als iets wat ik mezelf heb afgepakt, maar als iets wat ik anderen heb gegund.' vind ik erg mooi en moedig van haar gezegd. Ze stond haar tweede zoontje voor adoptie af omdat ze wist dat haar leven en dat van haar eerste zoontje wat in de problemen ging komen. Ook ging dit dan niet gunstig zijn voor de opvoeding van haar tweede zoon.

Een paar jaar later bleek opnieuw dat Veronique zwanger was. Ze wist opnieuw dat ze dit niet voor elkaar ging krijgen in haar eentje want weer had ze gekozen voor een man die geen papa zou zijn voor haar kind. Daarom ging ze weer naar de adoptiedienst.

Veronique vertelt dat ze vijf kinderen heeft. Twee ervan heeft ze laten adopteren, eentje is ze tijdens een zwangerschap verloren en haar dochter, die eerst bij haar vader woonde, woont nu terug bij haar samen met haar eerste zoon. Ze krijgt wel nog brieven via het adoptiebureau van haar ene zoon die ze heeft afgestaan. Veronique vertelt ook dat ze blij is hoe haar leven is verlopen. Ze zal steeds voor haar zonen, die ze ter adoptie heeft gesteld, zal klaarstaan.

Ik vind het heel erg moedig wat Veronique heeft gedaan. In de zin dat ze vooral keek naar wat goed zou zijn voor haar kinderen, vandaar dat ze ook zegt dat ze ze afstaat uit liefde. Langs één kant begrijp ik haar. Beter een goed leven voor de kinderen en dat ze ergens anders leven dan helemaal geen goede opvoeding bij de echte moeder. Maar toch vind ik dat deze kinderen het volle recht hadden om bij hun moeder te leven en die kans zeker verdienden.
Ik voel ergens ook onbegrip wanneer ik lees dat ze al een aantal keer ongewenst zwanger is geworden en hiervan twee kinderen heeft afgestaan. Als ze zelf weet dat haar leven al erg onstabiel is en dan toch beslist om haar eerste zoon te houden vind ik dat ze haar leven al wat op orde had moeten stellen. Ook vraag ik me af of ze geen hulp had kunnen krijgen van vrienden, familie of kunnen zoeken. Wanneer je er als moeder helemaal alleen voor staat maar toch beslist om voor je kind te gaan kan je, als je het echt wilt, op zoek gaan naar hulp. Maar uiteraard zijn deze dingen niet vanzelfsprekend.

Bron: Flair. 29 maart 2011. Ik stond mijn kinderen af. Uit liefde. 1831 Diegem.