dinsdag 24 mei 2011

Artikel Libelle: 'Adoptiedochters over de zoektocht naar hun identiteit'

In de Libelle van donderdag 5 mei 2011 stond er een artikel over drie adoptiedochters en hoe zij de zoektocht naar hun identiteit beleefde. Dit vond ik natuurlijk een erg interessant artikel aangezien ik ook wil onderzoeken hoe adoptiekinderen verder leven met hun adoptiegeschiedenis.

Ik maakte kennis met Anna (43). Zij vertelt aan Libelle dat wanneer ze eind de twintig was wou weten waar ze juist vandaag kwam. Toen wou ze zelf een gezin beginnen uitbreiden. 'Hoe kan ik in hemelsnaam een kind op de wereld zetten als ik zelf niet eens weet waar ik vandaan kom?' zo zegt Anna. Ik begrijp haar hier wel in. Ik zou het ook belangrijk vinden dat je weet waar je vandaan komt in zo'n situatie. Wanneer je over dit hoofdstuk alles weet kan je het, indien je dit wilt, ook proberen afsluiten om dan aan een eigen gezin te starten.
Anna vertelt dat ze al goed wist dat haar mama en papa niet haar biologische ouders waren, ook haar 'broer' was geadopteerd. Het was dus een open onderwerp binnen het gezin en de familie. Maar wanneer Anna in haar puberteit terecht kwam vertelt ze ons dat ze het erg moeilijk kreeg en wou weten waarom haar biologische moeder haar had achtergelaten. Haar adoptieouders wouden het hier niet zo in detail over hebben omdat ze schrik hadden om Anna te verliezen. Daarom liet Anna het maar zo en leefde verder met onbeantwoorde vragen.

Ik begrijp Anna erg goed wanneer ze op zoek wilt gaan naar haar biologische moeder en ook duidelijk wilt weten waarom zij haar heeft afgestaan voor adoptie. Het is normaal dat een adoptiekind zich grote vragen begint te stellen en begint te twijfelen aan zichzelf, vooral in de puberteit. Vragen als 'Ben ik wel goed genoeg?', 'Wie ben ik eigenlijk?' en het gewone maar zware woord 'Waarom?' komen erg veel voor. Het is natuurlijk moeilijk om hierop altijd een goed en duidelijk antwoord te geven. En zeker als je als adoptieouders dan nog niet goed weet waarom juist de biologische moeder het kind heeft afgestaan.
Annas ouders begrijp ik ook wel. Zij hebben namelijk al die tijd voor Anna gezorgd alsof het hun eigen kind was en hebben nu zo'n schrik dat ze hun dochter zullen moeten afgeven aan de biologische moeder.

Anna heeft haar ouders snel kunnen vinden via haar geboorteakte. Niet veel later is ze haar biologische ouders dan gaan opzoeken. Zij waren nog altijd samen en hadden twee zoons, Anna's broers dus. Anna kreeg het hele verhaal te horen, dat ze geadopteerd was omdat haar moeder op jonge leeftijd zawangr was van haar.
Toen ik las dat de biologische moeder op haar twintigste zwanger was van Anna dacht ik dat dit eigenlijk nog wel oké was. Er zijn tienermoeders die op hun 15 jaar bevallen, 20 jaar vind ik dan toch al een stuk volwassener. Natuurlijk hangt dit van persoon tot persoon af. Ik lees in het artikel ook dat het vooral de ouders waren van de biologische moeder die vonden dat ze te jong was. Ik vind dat dit niet zou mogen gebeurd zijn. Het is nog steeds de biologische moeder die beslist of ze haar kind wel of niet houdt. De biologische moeder heeft er enorm veel spijt van gehad dus hun leven had er allemaal anders en misschien wel beter kunnen uitzien, vooral ook voor Anna.

Wanneer ik las dat Anna niet vertelt heeft aan haar adoptieouders dat ze haar biologische ouders heeft gevonden moest ik toch wel even mijn wenkbrauwen fronsen. Haar vader is overleden en har moeder hoogbejaard, ze durft het aan haar niet vertellen uit schrik dat ze wordt afgestoten. Haar adoptieouders vonden het volgens Anna nogal bedreigend wanneer ze op zoek ging naar haar roots.
Ik vind dit wel jammer om te lezen want als adoptieouder(s) zou je hier moeten voor openstaan en rekening mee moeten houden. Je kan toch al raden dat je adoptiekind ooit op een dag op één of andere manier naar zijn/haar roots zal vragen. Als de adoptieouders van Anna hier wat meer voor hadden open gestaan had Anna het weerzien met haar ouders misschien wel samen kunnen beleven met haar adoptieouders. Als ik dit vergelijk met Lucia waarvan ik een interview heb afgenomen dan vind ik dat het bij Lucia veel beter verliep. Daar zijn de adoptieouders en zus samen met haar naar haar land van herkomst gegaan. Ik vind het persoonlijk wel belangrijk dat dit moment samen met de adoptieouders word gedeeld en dat de adoptieouders blij moeten zijn voor hun adoptiekind dat ze hun biologische ouders hebben gevonden. Want schrik zouden ze niet moeten hebben denk ik. Ik denk, of ik ben er zelf zeker van, dat adoptiekinderen hun adoptieouders na jaren goede zorgen niet ineens zouden laten vallen voor hun biologische ouders die eigenlijk niet voor hun hebben gezorgd.

Ook leerde ik via dit artikel Marleen (46) kennen. Ik lees in een klein titeltje in haar interview al meteen iets wat mij aanspreekt: 'Ik heb altijd gezegd: ik ben niet op zoek naar een moeder, want die heb ik. Ik wil alleen weten waar ik vandaag kom, wie ik ben.' Dit spreekt mij zo aan omdat ik haar hier ergens wel in begrijp. Door heel mijn zoektocht over adoptie ben ik het ook meer en meer vanuit de ogen van het adoptiekind gaan zien, zeker na mijn interview met Lucia. Ook zij deelde trouwens de mening van Marleen. Ze vertelde me dat ze al een moeder had en dat ze haar biologische moeder enkel ziet als haar verwekster.
Ik ben zelf dan niet geadopteerd, maar ik deel wel volledig hun mening hier in. Als je adoptieouders jaren dag in dag uit voor jou zorgen ga je deze uiteraard ook zien als je echte ouders. Het zijn dan misschien niet je biologische ouders, maar toch voelt het wel zo aan.

Marleen vertelt aan Libelle dat zij waarschijnlijk uit een onenightstand is ontstaan. Ze is door haar biologische moeder ten vondeling gelegd geweest in de inkomhal van het kinderdagverblijf De Hummeltjes te Hasselt. Ik vind dit echt wel hartverscheurend om te lezen. Ik snap ook niet hoe je dit als moeder kan doen, je kind gewoon ergens 'droppen' om het zo te zeggen. Wat ging er toen in de moeder haar hoofd om en in die van de mensen die Marleen hadden gevonden?

Marleen wou na de geboorte van haar kinderen op zoek gaan naar haar biologische ouders. Haar adoptiezus had dit eerder al gedaan en zei aan Marleen het volgende: 'Je eigen bloed, dat is toch wel anders en heel speciaal.' Ik begrijp de adoptiezus hier wel in, maar ik vraag mij dan af of het enkel rond het bloed gaat dat je met je ouders biologisch verbind. Is het niet meer dan dat? Adoptieouders voeden het kind op en zijn ouders voor dit kind terwijl er dan helemaal geen band is met de biologische ouders.
Maar als ik dan verder las probeerde ik mij in te beelden in Marleen haar plaats. Ze ontmoette voor het eerst haar halfzussen en zag wel trekjes die ze gemeen hadden, er was een band en herkenning.

In tegenstelling tot Anna heeft Marleen haar adoptiemoeder tijdens de zoektocht naar haar biologische familie overal in betrokken. Dit vind ik erg goed, zoals ik reeds vermelde. Het is niet enkel voor Marleen goed, maar ook voor de adoptiemoeder. Marleen krijgt op deze manier erg veel steun en weet dat ze een vertrouwd persoon bij haar heeft, haar mama, wat de hele zoektocht misschien wat draaglijker maakt. Maar ook voor Marleens adoptiemoeder is dit goed, zo voelt zij haar niet aan de kant geschoven, zoals het wel was bij Anna's adoptieouders.

Wanneer ik las dat Marleens biologische moeder gestorven is alvorens ze elkaar ontmoet hebben vond ik dit enorm erg om te lezen. Marleen heeft haar biologische moeder dus nooit echt kunnen leren kennen en zelfs niet eens gewoon zien. Dit moet denk ik enorm veel pijn doen. Al de vragen die Marleen wou stellen aan haar biologische moeder blijven dus onbeantwoord en dit vind ik zeer erg.

De derde en laatste persoon die haar getuigenis aan Libelle vertelde is Vanessa (32). Zij stuurde een privé-detective af op haar biologische vader. Vanessa's biologische moeder heeft altijd gezorgd voor Vanessa. Maar wanneer zij op haar twintigste zwanger werd van haar moest de vader alle contact met haar verbreken van zijn familie. Later had Vanessa dan heel lang een stiefvader die ze ook wel 'papa' noemde. Maar deze heeft haar en haar moeder verlaten toen ze 15 jaar was voor iemand anders.

Vanessa wilt haar biologische vader niet leren kennen, alleen wilt ze weten of ze er op lijkt. Ik vind dit persoonlijk wat vreemd om te lezen, maar natuurlijk is dit ook haar volste recht om enkel dit te willen. Als ik me even in haar plaats stel zou ik denk ik niet genoeg hebben met alleen een beeld, maar zou ik ook de persoon erachter willen leren kennen en weten of hij nog veel aan mij denkt. Maar natuurlijk kan ik dit als niet-geadopteerd kind moeilijk voor 100% weten. Vanessa's keuze kan je ook wel langs één kant positief bekijken. Ze zal weten hoe haar biologische vader er uitziet, maar hier stopt het dan ook. Er zullen misschien minder moeilijke momenten aan te pas komen dan wanneer ze hem echt zou willen leren kennen. En door een privé-detective in te schakelen is de kans op afwijzing ook minder groot aangezien de biologische vader er geen weet van heeft. Als Vanessa naar hem was gestapt en hij zou niets met haar willen te maken hebben had dit natuurlijk als een enorme schok kunnen aankomen. Dus hiervan zal ze alvast gespaard blijven.

Psychotherapeute Birgit Homblé schreef ook nog een pagina in de Libelle. Dit vond ik natuurlijk ook heel erg interessant om te lezen omdat dit een visie is van iemand dit dit onderwerp sterk onderzoekt.
'Ook al kom je goed terecht, het is niet normaal dat je wordt achtergelaten door je ouders. Dat litteken moet langzaam helen.' zo zegt Birgit Homblé. Dit vind ik erg mooi gezegd en deel haar mening hier volledig in. Adoptiekinderen kunnen dan wel heel erg goed terecht komen in een enorm goed en warm gezin dat hun liefdevol opvoedt, maar als we er wat dieper op ingaan is het eigenlijk wel verschrikkelijk dat je bloedeigen ouders je afstaan. Maar achter dit zit ook wel altijd een bepaalde reden. Birgit Homblé noemt het een litteken dat langzaam moet helen. Ik denk eigenlijk niet dat dit litteken ooit volledig genezen zal zijn. Altijd zal er wel een moment zijn waarop een adoptiekind aan zijn/haar biologische ouders denkt, dit vooral op belangrijke gebeurtenissen zoals bijvoorbeeld een trouw of geboorte van een eigen kind.

Net zoals Birgit Homblé vind ik het belangrijk dat er over de biologische ouders gecommuniceerd word binnen het gezin van de adoptieouders. Zo niet, gaan de adoptiekinderen zich terugtrekken en blijven ze zitten met al hun vragen. Het is belangrijk dat ze weten van waar ze vandaan komen, als ze dit ook echt willen. Ook is dit zeker ten goede voor de adoptieouders, zoals ik al eerder vermelde.

Wat ik al vaak gelezen en gehoord heb over adoptiekinderen, en hier in dit artikel van Birgit Homblé ook weer, is dat zij vaak de lat te hoog leggen en denken dat ze perfect moeten zijn om geaccepteerd te worden. Ook hebben ze enorm veel bevestiging nodig, vooral bij een relatie met een partner. Ik vind het spijtig voor hun dat ze zo moeten leven, want eigenlijk is dit niet nodig omdat ze een goed en nieuw gezin hebben gekregen. Maar dit is natuurlijk ook wel normaal omdat ze door hun biologische ouders zijn verstoten geweest en vaak denken ze dat dit te wijten is omdat ze niet goed genoeg waren.

Bron: Libelle. 5 mei 2011. Weekblad nr. 18.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten